Adoptie is een ingrijpende maatregel met verstrekkende gevolgen voor een kind. De juridische familiebanden van het kind worden doorgesneden en het kind integreert in een nieuwe familie. Adoptie, zeker interlandelijke adoptie, mag daarom alleen als uiterste middel als opgroeien bij de eigen ouders, eigen familie of in het eigen land niet in het belang van het kind is en de juiste adoptieprocedures gevolgd worden.
Het beste voor kinderen is het om adoptie zo veel mogelijk te voorkomen door in te zetten op goede ondersteuning van ouders en alternatieve zorg in het eigen land beschikbaar en van goede kwaliteit te laten zijn. Adoptie, zeker interlandelijke adoptie, mag daarom alleen als uiterste middel als opgroeien bij de eigen ouders, eigen familie of in het eigen land niet in het belang van het kind is en de juiste adoptieprocedures gevolgd worden.
Neema werd in 2019 geadopteerd door een vriendin van de ouders toen die beiden overleden aan de gevolgen van ebola.
© UNICEF/Bashizi/UN0542117
Als een kind niet bij zijn of haar ouders kan opgroeien, dan moet er worden gezocht naar alternatieven waarbij het belang van het kind voorop staat. Dit schrijft het VN Kinderrechtenverdrag voor en is ook het uitgangspunt van het Haagse Adoptieverdrag. Bij wijze van tijdelijke en uiterste maatregel kunnen kinderen die niet thuis kunnen wonen in hun eigen land worden opgevangen in een ander gezin (pleegzorg), in kleinschalige gezinsvervangende opvang, een geschikte jeugdzorginstelling, of, als geen van de voorgaande maatregelen mogelijjk zijn; nationale adoptie. Daarnaast moet er in het land zelf aandacht zijn voor opvoedingsondersteuning aan (pleeg)ouders. Pas als alle opties in eigen land niet tot de mogelijkheden behoren, kan interlandelijke adoptie worden overwogen.
Omdat er in sommige landen te weinig toezicht en controle is op een goede uitvoering van adoptie, zijn veel kinderen onvoldoende beschermd tegen risico’s als illegale adoptie of kinderhandel. Daarnaast zijn er vaak andere familieleden die de zorg voor het kind op zich kunnen nemen, of zijn er andere lokale opvangmogelijkheden. Met andere woorden; interlandelijke adoptie is in veel gevallen niet in het belang van het kind.
Sinds 1960 is er een toename in het aantal interlandelijke adopties. Tegelijkertijd zijn er groeiende internationale inspanningen geleverd om te garanderen dat adopties in een transparante, niet-uitbuitende en op een legale manier plaatsvinden in het voordeel van de kinderen en families die het aangaat. In sommige gevallen worden adopties echter niet uitgevoerd op een manier die het belang van het kind het beste dient. Bijvoorbeeld als de vereisten en procedures ter voorkoming van onethische praktijken ter plaatse ontoereikend zijn. Zwakheden in het systeem geven gelegenheid tot verkoop en ontvoering van kinderen, dwang of manipulatie van de ouders, falsificatie van documenten en omkoperij.
Meer informatie over adoptie:
UNICEF's notitie voor de hoorzitting adoptie commissie Veiligheid en Justitie
UNICEF-rapport: The Best Interests of the Child in Intercountry Adoption over de belangen van het kind in interlandelijke adoptie.
Interlandelijke adoptie en kinderrechten: gewogen en te licht bevonden artikel van Prof. dr. W. Vandenhole van april 2017, waarin hij concludeert dat interlandelijke adoptie beleidsmatig niet langer verdedigbaar is.
Onderzoek van VN-expert mw. de Boer-Buquicchio met aanbevelingen om illegale adopties te bestrijden via nieuwe maatregelen
Ieder kind heeft het recht om op te groeien bij zijn ouders. Als dat niet kan en adoptie wordt overwogen, staat het belang van het kind voorop. Er moet altijd gehandeld worden in het belang van het kind en dat vanuit dat perspectief moet altijd eerst worden gekeken of een kind niet verzorgd kan worden door de eigen ouders, familie of in het land van herkomst. Als daar geen mogelijkheden voor zijn, kan interlandelijke adoptie het beste voor het kind zijn. UNICEF vindt het van groot belang dat de adoptieprocedures in lijn zijn met het Haags Adoptieverdrag. Er moet meer worden geïnvesteerd in het versterken van nationale jeugdbeschermingssystemen, zoals pleegzorg, opvoedingsondersteuning voor ouders, tijdelijke residentiële zorg, en eventueel nationale adoptie. Zoals het nu plaatsvindt, is er een risico dat interlandelijke adoptie niet in het belang van het kind is.
Als opgroeien bij de eigen ouders niet kan, moet gekeken worden naar opvang bij familie of als dat niet kan een pleeggezin, in het uiterste geval in een instelling. Ook hier moet de overheid zich voor inzetten en zorgen voor goede alternatieve zorg indien opgroeien bij de ouders niet kan. Alleen als al die opties echt niet mogelijk zijn, dan kan onder omstandigheden interlandelijke adoptie het beste zijn voor een kind. En in dat geval is van belang van de adoptieprocedure transparant en volgens de regels van het Haags Adoptieverdrag plaats vindt.
Het VN-Kinderrechtenverdrag stelt duidelijk dat elk kind het beste kan opgroeien in een gezinsomgeving. Als de familie van een kind niet in staat is om voor hem of haar te zorgen, zullen er passende en stabiele familiegebaseerde oplossingen moeten worden gezocht om het in staat te stellen om op te groeien in een liefdevolle, zorgzame en ondersteunende omgeving. Een kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd. Daarnaast heeft een kind het recht zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit, naam en familiebetrekkingen.
Het recht op adoptie bestaat niet. Wel erkent het VN Kinderrechtenverdrag dat interlandelijke adoptie kan worden overwogen als een kind niet in een pleeg- of adoptiegezin kan worden geplaatst in eigen land en op geen enkele passende wijze kan worden verzorgd in het land van zijn of haar herkomst (zie artikel 21 op deze pagina). De landen die bij interlandelijke adoptie betrokken zijn, moeten waarborgen dat het belang van het kind daarbij de voornaamste overweging is. De bescherming van het kind staat hierbij centraal. Het verdrag meldt expliciet dat interlandelijke adoptie niet mag leiden tot ongepast geldelijk voordeel van de betrokkenen. Daarnaast moeten de bevoegde autoriteiten adoptie goedkeuren.
Om ervoor te zorgen dat landen de afspraken in het VN Kinderrechtenverdrag nakomen, zijn er richtlijnen ontwikkeld: de Richtlijnen voor Alternatieve Zorg aan Kinderen. Als een kind er alleen voor komt te staan, moet het zo snel mogelijk worden ondergebracht bij de naaste familie. Landen moeten er alles aan doen om te voorkomen dat kinderen niet bij hun ouders of naaste familie kunnen opgroeien. Overheden moeten ouders ondersteunen in de zorg voor hun kinderen. Pas als dat niet mogelijk is kunnen andere geschikte en permanente oplossingen worden gezocht.
In het Haags Adoptieverdrag staan regels en afspraken waar overheden zich aan moeten houden als ze een kind aanbieden of ontvangen voor interlandelijke adoptie. Het Haags Adoptieverdrag biedt minimale standaarden, maar is niet bedoeld als een uniforme adoptiewet. Het beschermt de rechten van kinderen, families en adoptieouders. Het moet illegale adopties, kinderhandel, het verkopen en het stelen van kinderen voorkomen.
Een meisje in een weeshuis in Ghana.
© UNICEF/UNI190344/Quarmyne