Aangekondigde bezuinigingen zetten hulp aan kinderen wereldwijd onder druk

In een beleidsbrief ontwikkelingshulp die vandaag is gestuurd naar de Tweede Kamer, staat dat er bezuinigd zal worden op meerdere posten van het budget van het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Specifiek voor UNICEF betekent dat per 2026 een bezuiniging van rond de 30 miljoen euro per jaar ten opzichte van wat dit jaar wordt gegeven aan algemene bijdrages. Dat is een vermindering van zo’n 75 procent.

Grote uitdagingen kennen geen grenzen

Suzanne Laszlo, directeur UNICEF Nederland: “We staan voor grote uitdagingen. Klimaatverandering, ziektes en conflicten kennen geen grenzen en raken ook de levens van kinderen in Nederland. Juist met deze algemene, flexibele bijdrages kunnen we snel inspringen in noodsituaties, bereiken we langetermijnresultaten en kunnen we ook helpen in landen die niet dagelijks in het nieuws zijn zoals Soedan, Democratische Republiek Congo en Myanmar.”

Ontwikkelingshulp versterkt ook Nederland

“Door te investeren in ontwikkelingsprogramma's, zoals UNICEF's werk, versterkt Nederland niet alleen de levens van kinderen wereldwijd, maar bevordert het ook zijn eigen belangen", zegt Laszlo. “Ontwikkelingshulp draagt namelijk bij aan het verminderen van conflict, aan stabielere economieën, en aan gezonde, goed opgeleide mensen. Juist in tijden van geopolitieke verschuivingen en mondiale uitdagingen zijn dat allemaal zaken waar we als Nederland enorme baat bij hebben en die we moeten koesteren.”

Flexibele bijdrages noodzakelijk voor acute hulp

De aangekondigde bezuinigingen voor UNICEF gelden voor de algemene, flexibele bijdrages. Dat zijn bijdrages waarmee een organisatie zelf kan bepalen welke hulp zij in welke landen verleent, al naar gelang waar de noden het grootst zijn. Zo worden deze algemene, flexibele bijdrages ingezet voor grootschalige vaccinatiecampagnes, waardoor wereldwijd miljoenen kinderen beschermd zijn tegen vaak zeer besmettelijke kinderziektes zoals polio en mazelen.

Mede door deze financiële bijdrages is de wereldwijde kindersterfte afgenomen. Maar ook de strijd tegen kinderarbeid, kindhuwelijken en voor betere geboorteregistratie wordt veelal betaald uit flexibele fondsen waar niet makkelijk particuliere donoren voor te vinden zijn. Net als hulp die zorgt voor voldoende water, vaak een bron van conflict, en onderwijsprogramma's waarmee jongeren meer kans hebben op het vinden van een baan en daarom minder snel in armoede terechtkomen.

Laslzo: “We vragen daarom om een heroverweging van deze bezuiniging. We hebben een collectieve verantwoordelijkheid voor kinderen, waar iedereen een bijdrage aan moet leveren: de VN, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven, maar zeker ook overheden".