In de afgelopen drie maanden moesten ruim 658.000 mensen in de provincies Noord-Kivu en Zuid-Kivu in Oost-Congo hun huis ontvluchten. Onder hen zijn naar schatting 282.000 kinderen.
Pascal (6 jaar) vluchtte met zijn familie voor het geweld. Onderweg werd hij aangereden door een motor. Hij en zijn vader verloren tijdens de gevaarlijke reis het contact met zijn moeder en broertjes en zusjes.
© UNI729443
Pascal (6 jaar) vluchtte met zijn familie voor het geweld. Onderweg werd hij aangereden door een motor. Hij en zijn vader verloren tijdens de gevaarlijke reis het contact met zijn moeder en broertjes en zusjes.
© UNI729443
De situatie is de laatste weken verder verslechterd, vooral rond de stad Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu. Omdat het geweld dichter bij de stad komt, voelen veel gezinnen zich niet meer veilig in de opvangkampen aan de randen van Goma. Ze verplaatsen zich noodgedwongen naar andere delen van de stad, soms voor de derde, vierde of zelfs vijfde keer binnen korte tijd. Ook is er vaak geen elektriciteit, geen stromend water en geen internet.
In de overvolle, tijdelijke onderkomens zijn de leefomstandigheden zo slecht, dat het risico op ziektes als cholera, mazelen en mpox toeneemt. Veel ouders durven hun zieke kinderen niet naar het ziekenhuis te brengen uit angst voor het geweld of omdat er geen bedden vrij zijn. Daarnaast zijn er meer meldingen van kinderen die helemaal alleen zijn komen te staan, zonder ouders of familie, waardoor zij extra gevaar lopen voor ontvoering, gedwongen rekrutering door gewapende groepen en seksueel geweld.
UNICEF werkt samen met lokale en internationale partners om levensreddende hulp te bieden. Deze hulp bestaat onder andere uit:
Tegelijkertijd roept UNICEF alle betrokken partijen op om het geweld te stoppen, zodat de al zeer moeilijke omstandigheden voor kinderen en hun families niet nog verder verslechteren.