Een kleine 80.000 Nederlandse kinderen groeien op in de Nederlandse Cariben, zo’n 7.000 kilometer van Europees Nederland. De samenwerking binnen het Koninkrijk is vastgelegd in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, dat onder andere de naleving van kinderrechten waarborgt. Dit Statuut bestaat 70 jaar. UNICEF monitort hoe dit Statuut doorwerkt op alle Koninkrijkskinderen en publiceert hier een essay over.
© UNICEF NL/2023-04617/Quiroz
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden hoort in het voordeel van kinderen te werken en ook zo ingezet te worden. Dit geldt voor het hele Nederlandse Koninkrijk; de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeente Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland genoemd. Toch verschilt de situatie van kinderen in de Nederlandse Cariben voor een deel met hun Europees Nederlandse counterparts. Het mag voor kinderen echter niet uitmaken in welke staatkundige verhouding ze zich bevinden, het jongere VN-Kinderrechtenverdrag, die dit jaar 35 jaar bestaat, bevestigt dit.
In Europees Nederland zijn niet veel mensen bekend met de jaarlijkse ‘Koninkrijksdag’, ‘Dia di Reino’ of ‘Kingdom Day’ op 15 december, of met het Statuut. Maar voor kinderen in de Nederlandse Cariben werkt het Statuut door in het dagelijkse leven. Het regelt dat de landen binnen het Koninkrijk hulp en bijstand aan elkaar kunnen vragen. Dit geldt voor basisvoorzieningen, maar ook voor crisissituaties. Zoals bij orkaan Irma op Sint Maarten (2017), de COVID pandemie, de hoge inflatie, klimaatverandering en de acute opvang van vluchtelingen uit Venezuela op Curaçao, Aruba en Bonaire. Kinderen worden vaak het hardst geraakt in crises; in sommige gevallen hebben kinderen hierdoor geen huis meer, zijn scholen gesloten, is er weinig tot geen geld en ervaart de familie stress.
Door nauwere samenwerking tussen de landen, waar het Statuut ook voor pleit, kan de situatie van kinderen verbeterd worden. Daarnaast zou de situatie voor Caribisch Nederland gelijk moeten zijn aan kinderen die in Europees Nederland opgroeien, het VN-Kinderrechtencomité in Genève vraagt hier in haar aanbevelingen ook aandacht voor. Wetgeving en beleid die nog niet gelijkwaardig zijn, zijn opgenomen in de lijst van ‘comply or explain’ van de Nederlandse overheid. Waarbij het uitgangspunt is dat wetgeving gelijk moet worden getrokken, tenzij er een duidelijke reden is om een uitzondering te maken.
Onder het Statuut 70 jaar bestaat reflecteren veel organisaties hierop, onder andere in de essaybundel 'Last of Lust' van René Zwart, uitgever van AD Caribbean en Glenn Thodé, voormalig gezaghebber van Bonaire. UNICEF Nederland draagt hieraan bij met het essay 'Kinderrechten:gedeelde verantwoordelijkheid.' Waarin we oproepen dat het voor alle Koninkrijkskinderen essentieel is dat volwassenen het belang van het kind centraal stellen en het Statuut en het VN-Kinderrechtenverdrag hand in hand laten gaan. Om er zo voor te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, zich goed kunnen ontwikkelen en in een veilige en stimulerende omgeving op kunnen groeien.