De ramp was niet te overzien. Een korte maar heftige aardbeving legde het toch al arme en instabiele Haïti volledig in puin. Nederland kwam in actie en doneerde gul voor de hulpverlening aan de slachtoffers. Vijf jaar na de tragische aardbeving in Haïti sluiten de samenwerkende hulporganisaties de hulp met geld van Giro555 af.
Dankzij de bijdragen uit Nederland kregen honderdduizenden mensen levensreddende hulp en kunnen zij weer werken aan een nieuwe toekomst. Maar ondanks hoopvolle ontwikkelingen, blijven de uitdagingen in het land groot.
Bij de Nationale Actie van 2010 werd € 111 miljoen euro bij elkaar gebracht, de op twee na hoogste opbrengst in de Nederlandse geschiedenis. Met deze giften boden de hulporganisaties de afgelopen vijf jaar hulp. Al het geld voor Haïti is nu, volgens plan, besteed aan noodhulp en wederopbouw. Dankzij deze Nederlandse bijdrage werden bijvoorbeeld 8.500 huizen en 55 scholen gebouwd of gerepareerd. In totaal kregen 267.000 mensen toegang tot schoon drinkwater en werden 190.000 mensen getraind in rampenbestrijding.
De aardbeving die Haïti in 2010 trof was immens. Er vielen 220.000 doden en 300.000 mensen raakten gewond. Huizen, scholen en wegen werden verwoest. Veel overheidsdiensten en ministeries waren weggevaagd. "De samenleving in één van de armste landen ter wereld was geheel lamgelegd. Bovendien brak cholera uit en werd het land getroffen door orkanen.De schade en chaos maakten noodhulp en wederopbouw uiterst moeilijk. Desondanks slaagden UNICEF en zijn partners erin om de voorbije jarenaanzienlijke vooruitgang te boeken voor kinderen op het vlak van onderwijs, voeding, gezondheid en sanitaire voorzieningen.
"Ja, er zijn mooie resultaten geboekt. Maar Haïti was en is één van de armste landen ter wereld met voedselonzekerheid, ondervoeding en een voortslepende cholera-epidemie. Op dit moment is er veel onrust vanwege politieke instabiliteit. Het overgrote deel van de bevolking worstelt om te overleven. Dat kunnen we niet oplossen. Dat geeft een dubbel gevoel. Je wilt altijd meer doen als hulpverlener", zegt Farah Karimi, directeur van Oxfam Novib en voorzitter van de Giro555-actie voor Haïti.
Volgens cijfers van Wereldbank en VN gaat Haïti vooruit. Sterfte van kinderen onder de vijf jaar nam af. Negen van de tien kinderen gaat naar de basisschool en tweederde van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater, meer dan vóór de ramp. Karimi: "Maar hulp blijft nodig. Het aantal mensen in tijdelijke opvangkampen is dan wel gedaald met 95%, maar dat betekent dat nog steeds 85.000 mensen in een tent wonen, onder slechte omstandigheden en met risico op uitzetting. Hulp blijft nodig." Een aantal organisaties blijft dan ook werkzaam in het land om mensen te steunen bij ontwikkeling, met andere fondsen.
Van elke euro die in 2010 werd gegeven aan Giro555 is ruim 91 cent besteed aan hulpverlening in Haïti. Het overige deel is gebruikt voor actie- en bureaukosten (1,8 cent) en apparaatskosten (7 cent). Van de totale opbrengst van € 111 miljoen is € 41,7 miljoen afkomstig van de Nederlandse overheid. Het overige deel is publieke donaties. Meer dan de helft van het geld werd de eerste twee jaar ingezet voor noodhulp. Daarna hebben hulporganisaties vooral ingezet op wederopbouw. In 2014 werd het laatste deel van de hulpgelden, € 6 miljoen, besteed.
Na de aardbeving op Haïti zorgde UNICEF ervoor dat 750.000 kinderen weer naar school kunnen gaan.
Goed nadenken en werken aan de toekomst. Met kinderen op Haïti gaat het steeds beter! Inmiddels gaat 77% van de kinderen naar school.
Deze premature baby blijft lekker warm bij mama. Deze zogenaamde 'kangaroo care-methode' is in Haïti een van de meest effectieve middelen om babysterfte tegen te gaan.