Het zuiden van Pakistan is - net als in 2010 - getroffen door zware overstromingen. Meer dan 5,4 miljoen mensen lijden onder de gevolgen van de wateroverlast, waaronder bijna 3 miljoen kinderen.
Vooral de bevolking in Sindh heeft het zwaar. Het gaat om de inwoners van tienduizenden gemeenschappen in 22 van de 23 districten in deze provincie. Ongeveer 1,5 miljoen huizen zijn door het water verwoest of beschadigd en miljoenen hecare landbouwgrond staan onder water. In zestien districten in Sindh zijn bijna 2 miljoen mensen dakloos geworden.
De Verenigde Naties hebben 357 miljoen dollar nodig om in de komende zes maanden de zwaarst getroffen Pakistanen te kunnen helpen. UNICEF vraagt om ruim 55 miljoen dollar.
De getroffen bevolking heeft dringend behoefte aan schoon water, sanitaire voorzieningen, onderdak, voedsel en medische zorg. Vooral kinderen zijn in dit soort omstandigheden zeer kwetsbaar; UNICEF zorgt naast levensreddende hulp ook voor onderwijs en het beschermen van bijvoorbeeld alleenstaande kinderen.
Veel kinderen in de provincie Sindh zijn nog niet bekomen van de overstromingen van vorig jaar. Bovendien zijn gemeenschappen die toen gespaard bleven voor het water, nu wel getroffen.
In 2010 hebben de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) met een nationale actie 27,5 miljoen euro opgehaald voor de slachtoffers van de overstromingen in Pakistan. Dit bedrag was bedoeld voor noodhulp. Ook nu richten hulporganisaties zich op het verlenen van met name deze hulp aan de Pakistaanse bevolking.